“Goed voor de export”, is het commentaar van de beurscommentator als de euro weer eens in waarde is gedaald. Een goedkopere munt maakt het voor landen buiten de eurozone goedkoper onze spullen te kopen en dat is een steun in de rug voor export, dus is het een terechte opmerking. Het is alleen wel een beetje jammer dat de olieprijs wordt afgerekend in dollars. En we importeren nogal wat olie. Het afgelopen jaar kostte dat de Europese Unie (EU) dat meer dan $400 miljard. Volgens het Internationaal Energie Agentschap wordt de EU in 2015 zelfs de grootste olie-importeur van de wereld. Geen zorgen, dat duurt niet lang: in 2020 wordt de EU alweer ingehaald door China.

Automobilisten hebben het al gemerkt. De prijzen aan de pomp staan inmiddels boven het niveau van de zomer van 2008, toen een vat olie een recordprijs van $147,50 aantikte. De euro stond destijds op een hoogtepunt tegenover de dollar van $1,60. Bij de huidige koers van circa $1,27 is een olieprijs van zo’n $120 voldoende om op hetzelfde niveau uit te komen. Volgens oliemaatschappij BP was 2011 het eerste jaar ooit met een gemiddelde jaarlijkse olieprijs van de boven $100 dollar per vat, in reële termen de gemiddelde hoogste prijs sinds 1864. Op een dalende prijs van olie rekent eigenlijk niemand, tenzij de wereldeconomie compleet instort.

Kernwapens

Nu willen onze Europese leiders binnenkort olie uit Iran boycotten. Ze zijn daar namelijk heel hard bezig met het bouwen van kernwapens. Met de olieboycot wil de EU het regime van Iran onder druk zetten om af te zien van de ontwikkeling van kernwapens. Meir Dagan die vorige week afscheid nam als de baas van de Israëlische geheime dienst Mossad, stelt dat het nog minstens tot 2015 duurt voordat Iran een kernwapen heeft. Maar goed, wat weet de Mossad daar nou van? Wij gaan boycotten.

Zo’n boycot is niet zo’n heel goed idee liet het Zwitserse onderzoeksbureau Petromatrix vorige week weten. “Een extra Iran-premie bovenop de huidige olieprijs zal Europa waarschijnlijk verder in een recessie doen belanden, met name het zuiden van Europa”, aldus onderzoeker Olivier Jakob. Ondertussen krijgen ze het in Teheran - goed voor 2,3 miljoen vaten olie per dag - natuurlijk al Spaans benauwd bij de gedachte dat ze al die vaten niet meer aan Europa kwijt kunnen. Nou nee, niet echt.

Voor ons tien anderen, denken ze in Iran. “We kunnen zeer gemakkelijk onze klanten vervangen”, zei Qamsari, de directeur van National Iranian Oil Co tegen persbureau Reuters. Een deel, zo niet alles kan worden verkocht aan China, andere landen in Azië en enkele landen in Afrika, aldus Qamsari. Hij weet al wat de gevolgen zijn, namelijk hogere prijzen aan de Europese benzinepomp. Daar hoeft de euro niet eens (verder) voor te dalen.

 

Nog meer lezen?