Het debat over bezuinigen, stimuleren of hervormen om de economie weer op de been te krijgen ontneemt ons het zicht op de achterliggende oorzaak van de crisis. Als structurele aanpassingen aan ons monetair systeem uitblijven, zullen zelfs ingrijpende hervormingen niet toereikend zijn om de economie weer gebalanceerd te laten bloeien.
De financiële en daaropvolgende economische crisis duurt nu al bijna vijf jaar. Inmiddels is iedereen het er over eens dat er forse maatregelen moeten worden genomen om de economie aan te zwengelen. Het recept van de aanhangers van bezuinigen of stimuleren werkt in de huidige crisis echter niet. Gaan we bezuinigen, dan krimpt de economie, waardoor de schuldenlast nog zwaarder gaat wegen. En stimuleren is niet meer mogelijk omdat de schuldenlast inmiddels te zwaar weegt om nog economische groei te kunnen genereren.
We kunnen schijnbaar niet meer voor- of achteruit. Als laatste redmiddel wordt gekeken naar structurele hervormingen in de economie. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft een duit in het zakje gedaan door in haar rapport “Overzicht Financiële Stabiliteit Voorjaar 2012″ te waarschuwen voor een verloren decennium als er niet wordt hervormd. Duitsland hamert al wat langer op het belang van structurele hervormingen en gezonde overheidsfinanciën. De focus op hervormen heeft lang geduurd, je zou haast denken dat het gebeurt met tegenzin.
Over de aard en strekking van hervormingen in de economie wordt zeer verschillend gedacht. Vaak worden genoemd de flexibilisering van de arbeidsmarkt, het openbreken van de woningmarkt en marktwerking in de zorg. Hoewel deze maatregelen absoluut nodig zijn, is het niet genoeg. Ook moet worden gedacht aan sanering van slechte schulden, een hervorming van de belastingstructuur, langer doorwerken en minder publieke dienstverlening.
Hervormingen zijn echter niet populair, ze brengen onzekerheid en doen vaak pijn. Hoewel hervormingen goed zijn voor het algemeen belang op de lange termijn, lijken zij op de korte termijn voor geen van de betrokkenen met hun eigen belang voordelen op te leveren. Het electoraat wil dan ook van geen pijn weten. De ene na de andere coalitie die aan de hervormingen wil beginnen wordt weggestemd. Nog voor ze goed en wel zijn begonnen, zijn de hervormers al in het defensief.
Maar zelfs met onpopulaire hervormingen zijn we er niet. We zullen onderaan moeten beginnen: de bodem. Aan de stagnerende economie, de loge en uitgedijde verzorgingsstaten, de enorme collectieve schuldenlast, het ontspoorde financiële systeem en de verzwakte banken ligt namelijk iets ten grondslag wat als oorzaak kan worden aangewezen. Een oorzaak die nog niet als zodanig wordt (h)erkend, gelijk de vis die het water in de eigen kom niet opmerkt: het disfunctionerende monetaire systeem. In de kern is de crisis veroorzaakt door het op schuld gebaseerde dollarsysteem.
Een systeem dat om opportunistische en machtspolitieke redenen door de VS eerst langzaam en na 1971 rigoureus van het monetaire anker goud is ontdaan. De schuldencrisis die (perifere) eurolanden nu beleven, maar ook de scheve handelsbalans tussen de VS en China, zouden niet in deze omvang hebben kunnen bestaan als het monetaire systeem op andere leest was geschoeid. En ook het “Global casino” dat deze scheefgroei en de vastgoedbubbels heeft gefinancierd kon groeien dankzij de mogelijkheden die het systeem zonder anker bood.
In het huidige monetaire systeem worden uit het lood geslagen handelsbalansen, op hol geslagen overheidsbegrotingen en uitwassen in de financiële industrie niet gecorrigeerd of begrensd. Herintroductie van een monetair anker is dan ook broodnodig. Hoe zo’n anker eruit moet zien staat open voor debat. Maar laat dit debat snel beginnen. Want zolang structurele aanpassingen uitblijven, zijn economische hervormingen, hoe noodzakelijk ook, als druppels op de gloeiende plaat.
Sander Boon is politicoloog